Eendenlokfluit – handleiding

Deze eenvoudig te blazen eendenlokfluit met één tong is speciaal ontwikkeld voor beginners, aangezien er maar een kleine hoeveelheid lucht nodig is. Met deze lokfluit kun je alle basisgeluiden produceren om wilde eenden (mallards) te lokken.
De fluit is gemaakt van polycarbonaat en het ontwerp biedt meerdere mogelijkheden om een koord of draagriem te bevestigen.

Gebruik

Houd de fluit vast bij het midden van de klankkamer tussen duim en wijsvinger, en plaats het mondstuk tegen je lippen alsof je eruit zou drinken. Zorg dat je met je andere vingers de opening voor de fluit kunt openen en sluiten – zo krijg je een natuurlijker geluid. Let erop dat je je hand niet volledig sluit, want dan verstik je het geluid. Wanneer je je hand opent, “werp” je als het ware het geluid naar buiten.

Het “kwak”-geluid

Sluit je vingers voor de klankkamer en blaas lucht uit je middenrif, alsof je het woord “DWITT” zegt, terwijl je je hand opent.
Volgorde: dwitt, dwitt, dwitt.

Groetroep

Maak een reeks van 4 à 5 kwakken in een redelijk snel tempo. De eerste drie kwakken mogen wat langer zijn. Gebruik je hand actief – open en sluit deze bij elke kwak.
Volgorde: dwiiitt…, dwiiitt…, dwiiit…, dwitt, dwitt.

Terugroep

Maak een reeks van 6 tot 8 kwakken in een snellere en luidere volgorde. Gebruik opnieuw je hand om het geluid te moduleren – open en sluit je vingers bij elke kwak.

Voedingsroep

Blaas zeer korte, snelle luchtstoten uit terwijl je probeert het woord “ticka, ticka,… ticka, ticka, ticka” uit te spreken, op een onregelmatige en spontane manier zonder vast ritme. Gebruik opnieuw je vingers om de opening van de fluit afwisselend te openen en te sluiten.

Onthoud: Oefening baart kunst!